Zes lestips bij De vreselijke tweeling

Voorbereiding

Lees hoofdstuk 2

Het verhaal

Bij een leuk feest hoor een goeie grap. Max is gek op goeie grappen. Hij heeft een fopkistje met spullen uit de feestwinkel: niespoeder, zwarte-handenzeep, borrelwormen, scheetsnoepjes en bloedcapsules, waarmee je kunt doen alsof er bloed uit je mond komt.

Een heleboel grappen verzint hij ook zelf. Zoals koekpoep, vliegen eten en ratten vangen.  Het leukst is het om een grap op een feestje uit te halen, want dan zijn er lekker veel mensen.

Kringgesprek

1. Wat is de beste grap die je ooit hebt uitgehaald? Trapten ze erin?
2. Laat de kinderen een goede grap verzinnen. Zouden ze die echt uit kunnen halen?
3. Zijn ze zelf wel eens ergens in getrapt? Hoe was dat?

Voorbereiding:

Lees hoofdstuk 4.

 Het verhaal:

Op toverdrankjes.nl kan je gekke toverdrankjes kopen.

Veranderdrankje Hond

Genoeg van uw goudvis? Uitgekeken op uw kat? Klaar met uw cavia?
Met dit toverdrankje verandert u uw geliefde huisdier zo in een hond!

‘Er stond een lange lijst met wonderdrankjes.
Drankjes waarmee je tegen de muur op kon lopen, als een vlieg.
Drankjes die je lieten zweven.
Drankjes die je lieten rennen als een cheeta, of kukelen als een haan of zelfs tsjirpen als een sprinkhaan.
Drankjes waarmee je dingen snel kon laten groeien. Bijvoorbeeld je haar, of de perziken aan de boom in je tuin.
Er waren drankjes waarmee je iemand ouder kon maken.

Verouderdrankje

Bent u helemaal klaar met uw kinderen?
Zou u ze het liefst achter het behang plakken?
Dat hoeft nu niet meer.
Met dit wonderbaarlijke groeimiddel groeien uw kinderen in een dat op tot verantwoordelijke volwassenen.
Geen gedoe meer.
Geen geknoei. Geen herrie aan uw hoofd.
Eindelijk beleeft u een beetje plezier aan uw kroost.

Of jonger:

Verjongingsdrankje

(Vernieuwd recept, nu met extra hasselbramen!)

Bent u wel eens jaloers op uw kinderen?
Zou u ook de hele dag niets willen doen?
Alleen maar luieren en tv-kijken?
Dat kan!
Met dit wonderbaarlijke verjongingsdrankje vliegen de jaren van u af.
Voor u het weet bent u weer een kind en kunt u weer heerlijk lanterfanten.

Er waren ook drankjes waarmee je iemand verliefd kon maken op jou − of op wie je maar wilde. Drankjes waarmee je een geniaal voetballer kon worden, of een muzikant.
Er waren ook pilletjes waarmee je dingen kon vergeten. Een nare droom, een gemene juf of een verschrikkelijke badmeester.’

Schrijfopdracht:

Schrijf een verhaal over een kind dat net als Max per ongeluk op toverdrankjes.nl terecht komt.

1. Kan je nog meer gekke drankjes bedenken?
2. Welk drankje bestelt het kind?
3. Beschrijf in je verhaal wat er gebeurt als het drankje ook echt met de post bezorgd wordt.

Voorbereiding:

Lees hoofdstuk 4.
Verzamel een groot aantal reclamefolders, kranten en tijdschriften.

Opdracht:

Stel je voor dat jij een toverdrankjeswinkel zou hebben. Hoe zou je die drankjes verkopen?

1. Welke drankjes uit het boek zou jij verkopen?
2. Kan je er nog wat drankjes bij verzinnen?
3. Maak een folder waarin je je drankjes aanprijst. Knip plaatjes uit de reclamefolders en tijdschriften. Maak mooie opvallende reclameletters. En zorg ervoor dat de mensen je drankjes willen kopen!

Voorbereiding:

Lees  hoofdstuk 7.

Het verhaal:

In hoofdstuk zeven verandert de zieke meneer De leeuw per ongeluk in een hond.

Tekenopdracht:

Laat in vier tekeningen zien hoe jouw vader in een hond verandert. In wat voor hond zou hij veranderen? Een grote jachthond of een klein schoothondje? Wat voor kleur heeft zijn vacht? Heeft hij krulletjes, kort haar of lang haar? Wat voor kunstjes kan hij?

Tekening 1: Je vader is nog gewoon zichzelf.
Tekening 2: Je vader heeft nu al een vacht en zijn oren zijn ook anders.
Tekening 3: Je vader is nu half hond half mens.
Tekening 4: Je vader is een echte hond.

Voorbereiding:

Lees hoofdstuk 1.

Fragment:

Mevrouw De leeuw was bang voor een heleboel dingen:

1. Ze was bang dat een bromvlieg eitjes in haar neus zou leggen, terwijl ze sliep.
2. Als ze op de wc zat, was ze bang dat er een rat door de afvoerpijp omhoog zou kruipen en in haar billen zou bijten.
3. Als ze een blijk knakworsten openmaakte, was ze bang dat er een vinger tussen zou zitten.
4. Ze was bang voor nietmachines.
5. Ze had een onverklaarbare angst voor het getal acht. (En voor woorden waar dat getal in voorkwam, zoals ‘glimlacht’, ‘prachtig’, en ‘zacht’.)

Kringgesprek:

1. Vraag de kinderen waar ze bang voor zijn. Iedereen is wel ergens bang voor. Laat ieder kind een ding noemen.
2. Hoe komt het dat ze daar bang voor zijn?
3. Zijn er dingen die ze niet kunnen doen omdat ze er bang voor zijn?
4. Hoe zou je van je angst af kunnen komen?
5. Er bestaan echt mensen die bang zijn voor het getal 8. Vraag wie er iemand kent met zo’n gekke angst. Bespreek waar het vandaan zou kunnen komen en hoe je er weer af komt.
6. Laat de kinderen gekke angsten verzinnen. Bijvoorbeeld angst voor zeepsop, angst voor hondendrollen, angst voor kinderen. Laat ze eventueel nog een verhaal schrijven over iemand met zo’n gekke angst. Hoe komt het dat die persoon zo bang is geworden? Wat is er gebeurd?

Voorbereiding:

Lees het hele boek.

Schrijfopdracht:

Stel dat je dit boek zou moeten verkopen. Wat zou je vertellen over het verhaal? En welk hoofdstuk zou je voorlezen om dat te laten zien? Maar let op: als je te veel verklapt is het weer niet spannend.